De bunzing

Mustela putorius

Het verhaal van de bunzing

De bunzing heeft een ietwat vreemde wetenschappelijke naam, namelijk Mustela putorius. Op het eerste gezicht niets vreemds aan, maar vrij vertaald betekent het ‘stinkelde wezel’. Iedereen weet hoe zeer een stinkdier kan stinken, maar de bunzing kan er ook wat van. Als een bunzing in het nauw gedreven is door een vijand, dan draait hij net als een stinkdier, zijn achterzijde naar de vijand. Vervolgens verspreidt hij een zeer nare geur om zijn vijand te verjagen. Een kenmerk dat veel mensen niet weten over de bunzing. De bunzing is een echt roofdier dat uitstekend kan jagen. Hij behoort tot de familie van de marterachtigen. Er zijn zeven inheemse soorten marterachtigen in Nederland. Naast de bunzing zijn dat de boommarter, steenmarter, wezel, hermelijn, das, nerts en de otter. Wil je meer weten over dit fascinerende dier dat voedselvoorraden aanlegt, kikkers kan verlammen en een zeer agressief kan reageren tegen soortgenoten tijdens de paringstijd? Lees dan snel verder.

De kenmerken van de bunzing

Hij is schuw, snel en een echte bodembewoner. Klimmen kan hij niet goed, maar zwemmen en duiken wel. Alhoewel de bunzing toch echt de voorkeur geeft aan het vaste land. De kans is dus klein dat je een zwemmende bunzing zult zien. Verder is de bunzing een nachtdier. Overdag verblijft hij in zijn hol, maar zodra de duisternis invalt, gaat hij op jacht. Hij beweegt zich door afwisselend te lopen en te springen. Af en toe blijft hij ineens stil staan en al staande op zijn achterpoten speurt hij de omgeving af. De bunzing beweegt snel en soepel en dat maakt hem een gevaarlijke jager. Alhoewel de bunzing zelf goed kan graven, maakt hij zelden gebruik van dit talent. Hij verblijft over het algemeen in verlaten konijnenholen of verlaten holen van vossen en dassen.

Lengte en gewicht

De bunzing heeft een lengte van 45 tot 65 centimeter. Een mannetjes bunzing is een stuk groter en zwaarder dan een vrouwtje. Van kop tot romp meet een mannetje ongeveer 33 tot 45 centimeter. Zijn staart is 12 tot 18 centimeter lang. Hij weegt tussen de 500 en 1800 gram. Het vrouwtje is dus een stuk kleiner. Zij meet van kop tot romp ongeveer 28 tot 38 centimeter en heeft een staartlengte van 11 tot 15 centimeter. Een vrouwtjes bunzing weegt ongeveer 300 tot 900 gram.

Vacht

Zijn vacht is dik en is bruin tot zwart van kleur. De bovenvacht van de bunzing bestaat uit dikke haren die geheel zwart van kleur zijn of een zwart uiteinde hebben. Zijn ondervacht is veel lichter van kleur. Ook zijn wintervacht is lichter van kleur, maar ook langer. Zijn poten zijn relatief kort en zwart van kleur. Aan het uiteinde van de poten zitten scherpe klauwen waarmee de bunzing holen kan graven. Maar zoals we eerder vertelden, maakt hij hier niet altijd gebruik van. Zijn nagels (klauwen) zijn niet intrekbaar zoals bij een kat. De kop van de bunzing is deels wit tot witgeel gekleurd. Zijn voorhoofd, de randen van zijn (redelijk kleine) oren en zijn kin hebben een lichte beharing. Als je goed naar de kop van de bunzing kijkt, dan lijkt het of hij een soort masker draagt. Dit komt omdat vanuit het midden van zijn kop een donkere streep tussen de ogen loopt. We benoemde al eerder dat de bunzing een echte jager is. Zijn tanden zijn erg scherp en hij heeft een zeer krachtige beet. Daarnaast heeft hij een goed ontwikkeld reukvermogen. Omdat de bunzing in het (schemer)donker jaagt, komt dit scherpe reukvermogen hem goed van pas. Aan de achterkant bij zijn staart heeft de bunzing geurklieren. Deze gebruikt hij om zijn territorium af te bakenen. Zo het verspreiden van de geur weten soortgenoten dat het gebied al bezet is. Maar de geurklieren worden ook gebruikt om vijanden te verjagen. Is een bunzing in het nauw gedreven, dan draait hij zich om om een zeer nare geur te verspreiden om zijn vijand te verjagen. Ook kan hij blazende en gillende geluiden maken bij een confrontatie met een vijand. Maar ook bij het verjagen van een soortgenoot die zijn territorium heeft durven te betreden. De bunzing wordt in het wild ongeveer 4 à 5 jaar oud. Bunzings die in gevangenschap leven kunnen een stuk ouder worden. Zij kunnen tot wel 11 jaar oud worden.

Leefgebied

De bunzing komt in grote delen van het vaste land van Europa voor. Maar ook in gedeeltes van Azië en in uiterst noordwestelijk Afrika. In Groot-Brittannië is hij zeldzaam en in Ierland komt hij niet voor. Ook in België is de bunzing zeldzaam. In Nederland wordt de bunzing als vrij algemeen gezien. Hij komt overal voor in ons land, met uitzondering van de Waddeneilanden. De bunzing kan op veel plekken leven. Hij komt met name voor in bebost laagland nabij water. Denk hierbij aan rivieroevers en moerrassen. Zodra de winter zijn intrede maakt en de temperaturen gaan dalen, trekken sommige bunzings meer richting de bewoonde wereld. Ze zoeken de warmte op van schuren, strobalen en stallen en verblijven regelmatig dan in de buurt van boerderijen. Niet iedere bunzing trekt in de winter naar de bewoonde wereld. Veel blijven ook in hun hol. Als er echt een strenge en gure winter is, willen sommige bunzings nog wel eens een aantal dagen in hun verblijfplaats blijven. Normaalgesproken komen ze iedere avond hun verblijfplaats uit. Tussen zonsondergang en zonsopgang gaan ze op jacht. Jagen doet de bunzing vrijwel nooit in de buurt van zijn verblijfplaats. Bij een strenge winter willen ze dus nog wel eens binnenblijven. Dit is goed mogelijk, omdat de bunzing voedselvoorraden aanlegt. Hierover later meer. We hebben al een aantal keren benoemd dat de bunzing zijn intrek neemt in verlaten holen van konijnen, vossen of dassen. Maar niet ieder bunzing woont in een hol. Ook boomholtes worden gebruikt als verblijfplaats. Ook onder boomwortels en steenhopen kunnen ze wonen.

Leven van de bunzing

In het voorjaar gaat het mannetje op zoek naar een vrouwtje om mee te paren. Deze paartijd wordt ook wel de roltijd genoemd en duurt van maart tot juni. Een mannetje kan lange tochten maken op zoek naar een vrouwtje. Zijn hormonen beginnen in deze tijd ook aardig op te spelen en ze kunnen dan ook zeer agressief worden naar elkaar. Een mannetjes bunzing die een mannelijke soortgenoot tegenkomt gaan elkaar met gillende geluiden elkaar al rennend achtervolgen. Dit gebeurt ook overdag. Maar ook zodra het mannetje een vrouwtje heeft gevonden, vertoont hij nog altijd zeer dominant gedrag. Voorafgaand aan de paring grijpt het mannetje het vrouwtje bij haar nek en sleept haar mee totdat ze verlamd is. Ook de daad zelf kan meer dan een uur duren. De draagtijd is ongeveer 40 tot 45 dagen, maar kan zelfs oplopen tot 65 dagen. Het vrouwtje maakt in die tijd haar verblijfplaats gereed voor de jongen. Ze bekleedt het hol, de holle boom of de rotsspleet met mos en gras.

Geboorte van de jongen

Gemiddeld worden er 3 tot 8 jongen per worp geboren. De bunzing heeft één worp per jaar, maar mocht er iets gebeuren waardoor het eerste nest verloren gaat, dan kan ze nog een tweede keer jongen krijgen in hetzelfde jaar. Als de jongen net geboren zijn, zijn ze kaal en blind. Pas na twintig dagen begint hun vacht langzaam te groeien en ontwikkelen ze een zacht donsachtige laagje wit haar. Dit is ook het moment dat ze voor het eerst hun ogen openen. Langzaam wordt hun vacht donkerder en ontwikkelen ze hun dikke vacht. Al die tijd worden ze gezoogd door hun moeder. De vader is niet meer in zicht sinds de paring. Als hij in de buurt van het nest komt jaagt de moeder hem weg. Na ongeveer twee maanden kruipen de jonge bunzings voor het eerst uit het hol en gaan ze op verkenning in de omgeving. Ze leren jagen van hun moeder. Ondanks dat de bunzing pas als het donker is gaat jagen, leert hun moeder ze dit ook overdag. Al spelende wijs leren de jongen ook van elkaar. Een prooi wordt door de bunzing vaak in de nek gebeten en vervolgens door elkaar geschud om het te doden. De jonge bunzings bijten elkaar tijdens het spelen zachtjes in de nek. Op deze manier leren ze hoe ze een prooi moeten doden.

Zelfstandig de wereld ontdekken

Vier maanden na de geboorte zijn de jongen zelfstandig en gaan ze hun eigen weg. Ze gaan op zoek naar een eigen territorium. Jonge vrouwtjes blijven vaak in de buurt van hun moeder wonen. Vrouwtjes bunzings dulden elkaars aanwezig wel in een territorium, dit in tegenstelling tot mannetjes. Een territorium van een mannetje is groter dan dat van een vrouwtje en overlapt zelfs dat van meerdere vrouwtjes. De jonge vrouwtjes blijven dus meestal in de buurt van hun moeder wonen. De mannetjes trekken verder weg. Omdat ze nog jong en onervaren zijn en geen schuilplek hebben, zijn ze op dit moment nog erg kwetsbaar voor roofdieren. Zes maanden na de geboorte zijn ze volwassen. Met twee jaar is de bunzing geslachtsrijp. Maar ze leggen het dan in de strijd om een vrouwtje nog vaak af tegen oudere mannetjes. Ook heeft een jonge bunzing vaak nog moeite het vrouwtje onder controle te houden omdat hij fysiek nog niet sterk genoeg is.

Wat eten bunzings?

De bunzing eet voornamelijk kleine tot middelgrote gewervelde dieren. Denk hierbij aan konijnen en vogels. Maar ook muizen en ratten, kikkers, padden, mollen, insecten en hagedissen kunnen aan hem ten prooi vallen. Doordat ze niet al te kieskeurig zijn in voedsel, kunnen ze op veel plekken leven. Met name in het voorjaar, tijdens de voortplantingsperiode, zijn bunzings regelmatig te vinden aan de oevers van plassen en rivieren. De bruine kikker en de gewone pad vallen hier veelvuldig ten prooi aan de bunzing. Zij zijn in deze periode een gemakkelijk prooi. Ze grijpen er zelfs vaak zoveel, dat de bunzing een voedselvoorraad aanlegt van de gedode amfibieën. Ze kunnen wel tientallen dode dieren vlak bij hun hol leggen. Door een beet in de rug verlamd de bunzing de kikker. Op deze manier blijven ze langer vers.

Wintervoorraad

Maar ook in de winter kunnen ze een voedselvoorraad aanleggen van amfibieën, waarbij ze de kikkers en padden die in hun winterslaap zijn uitgraven. De rest van het jaar staan naast kikkers en padden met name konijnen, vogels en vogeleieren op het menu. Konijnen zijn een stuk groter dan de bunzing, zij vallen dan ook meer ten prooi aan de grotere mannetjes bunzing. Prooien worden opgespoord door middel van hun goed ontwikkelde reukvermogen. De jacht vindt namelijk plaats tussen zonsondergang en zonsopgang. Dit wil ook zeggen dat de bunzing in de winter langer actief is dan in de zomer. Kippen zijn ook een bekend voorbeeld van dieren die ten prooi vallen aan de bunzing. Er kunnen veel slachtoffers vallen in een kippenren. Ook deze dieren kunnen ze meenemen naar hun verblijfplaats als voorraad.

bunzing

De vijand van de bunzing

De bunzing heeft weinig natuurlijke vijanden. Slangen, vossen en honden kunnen als zijn vijand gerekend worden. Bij een confrontatie maakt de bunzing een blazend geluid en als hij in het nauw gedreven wordt maakt hij gebruik van de nare geur die hij spuit uit zijn geurklieren bij zijn staart. Het is een soort melkachtig vocht dat hij tot ongeveer 50 centimeter ver kan spuiten. De geur staat bekend als zeer vervelend en erg stinkend. Doordat de bunzing klein, snel en zeer wendbaar is kan hij goed en snel wegkomen indien er gevaar dreigt. Ook de huid van elastisch bindweefsel van de bunzing beschermt hem goed. Want tanden van andere roofdieren komen hier niet gemakkelijk doorheen.

Net als voor veel andere dieren, geldt ook voor de bunzing dat de mens zijn grootste vijand is. Veel bunzings worden slachtoffer van het verkeer. Met name jonge mannetjes die lange afstanden afleggen op zoek naar een eigen territorium en mannetjes op zoektocht naar een vrouwtje overlijden door een aanrijding met het verkeer. Ze steken in hun zoektocht regelmatig (drukke) wegen over. Desondanks is de bunzing geen bedreigd diersoort in Nederland.

Wil je weten waar de bunzing allemaal in Nederland gespot is? Dan raden wij je aan een kijkje te nemen op waarneming.nl. Als je meer natuurverhalen wilt lezen, blijf dan nog even op onze website en lees het indrukwekkende verhaal van de kraanvogel. Of het verhaal van het de prachtige goudvink die met zijn felle kleuren indruk probeert te maken op de vrouwtjes. Of het ijverige vogeltje het winterkoninkje dat wel zes nestjes bouwt voor zijn geliefde om uit te kiezen. Behalve verhalen over vogels, kun je hier ook meer lezen over de prachtige natuurgebieden in Nederland. Lees bijvoorbeeld meer over ons ‘woestijngebied’ in Nederland: Kootwijkerzand.

Wolfspoot

ONTDEK DE PRACHTIGE NEDERLANDSE NATUUR