Een kneu mannetje is redelijk gemakkelijk te herkennen. Hij heeft namelijk een opvallende rode borst. Ook de kruin van het kneu mannetje heeft deze roodachtige kleur.
Na het broedseizoen, dat plaatsvindt tussen april en juli, is hij echter iets moeilijker te herkennen. Het mannetje verliest dan namelijk zijn opvallende rode kleur. De heldere rode kleur verandert dan in een meer roodbruine kleur. In de winter is het mannetje dan ook lastiger te onderscheiden van het kneu vrouwtje en jonge kneutjes.
Een kneu mannetje is op volwassen leeftijd ongeveer 13 à 14 centimeter groot. Een kneu vrouwtje ziet er het er het hele jaar door ongeveer hetzelfde uit. Ze heeft geen opvallende kleuren en is veelal bruinachtige van kleur. Ook heeft het kneu vrouwtje over het algemeen wat meer strepen dan het mannetje.
Het mannetje en vrouwtje zien er verder ongeveer hetzelfde uit, zeker in de winterperiode. Hun kop is bruingrijs, evenals de rug. Ze hebben een vrij lange donkerbruine staart met witte randen. Hun snavel is klein, grijs en kegelvormig.
Het kneu vrouwtje is ongeveer net zo groot als het kneu mannetje, namelijk 13 à 14 centimeter groot. Dit maakt de kneu kleiner dan de bekende huismus die je vaak vrolijk ziet rondfladderen in tuinen.