Kamperfoelie

Kamperfoelie trekt een breed scala aan dieren aan, afhankelijk van de soort en de locatie. Sommige vogelsoorten, zoals de lijster, merel en spreeuw, voeden zich graag met de bessen van de plant, terwijl andere vogels, zoals het winterkoninkje en de heggenmus, de plant gebruiken als schuilplaats en nestplaats. Kleine zoogdieren zoals egels en muizen gebruiken de struiken als schuilplaats, terwijl insecten zoals bijen en vlinders zich voeden met de nectar van de bloemen.

Als je kamperfoelie wilt snoeien, moet je eerst bepalen welk type kamperfoelie je hebt. Sommige soorten moeten op een bepaald moment worden gesnoeid om een gezonde groei en bloei te bevorderen, terwijl andere soorten niet zo frequent hoeven te worden gesnoeid.

Over het algemeen kun je kamperfoelie snoeien in de late winter of vroege lente, voordat de nieuwe groei begint. Dit is het beste moment om oude, dode of beschadigde takken te verwijderen en de plant te verjongen. Als je de plant wilt trainen om langs een hekwerk, muur of pergola te groeien, kun je de scheuten ook in de zomer snoeien om de groei en de vorm te beheersen.

Bij het snoeien van kamperfoelie is het belangrijk om te onthouden dat sommige soorten bloeien op oud hout, terwijl andere op nieuw hout bloeien. Als je een soort hebt die op oud hout bloeit, moet je voorzichtig zijn om niet te veel takken te snoeien, anders zul je de bloei van het volgende seizoen belemmeren.

Als vuistregel kun je een derde van de oudere takken snoeien en de jongere, gezonde takken ongemoeid laten. Dit helpt de plant te verjongen en bevordert de groei en bloei van de nieuwe scheuten.

Vergeet niet om scherp snoeigereedschap te gebruiken en de sneden schoon te maken om de plant te beschermen tegen infecties en ziekten.

Met deze tips kun je kamperfoelie kweken en onderhouden in je eigen tuin en genieten van de prachtige bloemen en heerlijke geur.

• • Als je kamperfoelie in een pot wilt kweken, kies dan een pot met voldoende drainagegaten om te voorkomen dat de wortels te nat worden. Vul de pot met een mengsel van potgrond en zand voor een goede drainage en vochtretentie.
  • Als je kamperfoelie als klimplant wilt gebruiken, zorg er dan voor dat je de plant langs een stevige klimsteun leidt. Kamperfoelie kan behoorlijk zwaar worden en heeft daarom ondersteuning nodig om omhoog te klimmen.
  • De plant is gevoelig voor enkele ziekten, zoals meeldauw en bladluis. Houd de plant daarom goed in de gaten en behandel de ziekten op tijd.
  • Sommige soorten kamperfoelie zijn winterhard en kunnen de Nederlandse winters overleven. Andere soorten zijn echter niet winterhard en moeten worden beschermd tegen vorst. Dek de plant af met mulch of beschermhoes om de wortels te beschermen tegen bevriezing.
  • De plant is niet alleen mooi om te zien, maar trekt ook veel insecten aan, zoals bijen en vlinders. Als je van deze diertjes graag in je tuin ziet, overweeg dan om kamperfoelie in je tuin te planten om de biodiversiteit te bevorderen.

Er zijn verschillende soorten kamperfoelie die in Nederland voorkomen. Hieronder beschrijven we de meest voorkomende soorten en geven we informatie over de verschillende bloemkleuren en groeipatronen.

Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum)

Deze soort is inheems in Nederland en groeit voornamelijk in bossen en houtwallen. Wilde kamperfoelie heeft geurende bloemen die wit, roze of roodachtig van kleur kunnen zijn. De bloemen bloeien van juni tot september en trekken verschillende insectensoorten aan. Wilde kamperfoelie is een klimplant die kan groeien tot wel 6 meter hoog.

Japanse kamperfoelie (Lonicera japonica)

Deze soort komt oorspronkelijk uit Japan, maar is ook in Nederland te vinden. De bloemen van Japanse kamperfoelie zijn wit of geel van kleur en hebben een zoete geur. De plant groeit als klimplant en kan wel 10 meter hoog worden. Japanse kamperfoelie groeit snel en kan andere planten overwoekeren, waardoor het een invasieve soort is.

Kamperfoelie ‘Belgica’ (Lonicera periclymenum ‘Belgica’)

Deze soort heeft geurende bloemen die rood en wit van kleur zijn. De bloemen bloeien van juni tot september en trekken vlinders en bijen aan. Kamperfoelie ‘Belgica’ groeit als klimplant en kan een hoogte bereiken van ongeveer 5 meter.

Kamperfoelie ‘Graham Thomas’ (Lonicera periclymenum ‘Graham Thomas’)

Deze soort heeft geurende bloemen die geel en wit van kleur zijn. De bloemen bloeien van juni tot september en trekken verschillende insectensoorten aan. Kamperfoelie ‘Graham Thomas’ groeit als klimplant en kan een hoogte bereiken van ongeveer 6 meter.

1. Is kamperfoelie een inheemse plant?

Er zijn vier soorten kamperfoelie die van nature voorkomen in Nederland en daarmee inheems zijn:

1. Boskamperfoelie (Lonicera periclymenum): Dit is de meest voorkomende soort in Nederland. Het is een klimplant met geurende bloemen die bloeien van juni tot september.
2. Wilde kamperfoelie (Lonicera xylosteum): Deze struik groeit voornamelijk in de duinen, op zandgronden en op rotsachtige hellingen. De bloemen zijn witgeel en bloeien in mei en juni.
3. Rode kamperfoelie (Lonicera tatarica): Deze struik heeft opvallende roze of rode bloemen en komt voor op zandgronden en langs bosranden.
4. Klimopkamperfoelie (Lonicera periclymenoides): Deze soort lijkt erg op de boskamperfoelie, maar is minder algemeen en komt voornamelijk voor in het oosten van Nederland.

2. Hoe kan ik kamperfoelie planten en verzorgen?

Om kamperfoelie te planten, moet je eerst een geschikte locatie kiezen met gedeeltelijke schaduw en goed doorlatende grond. Graaf een gat dat ongeveer twee keer zo breed en diep is als de wortelkluit van de plant. Meng organisch materiaal zoals compost of bladaarde met de grond en plaats de plant in het gat. Bedek de wortels met grond en geef de plant water.

Om hem te verzorgen, moet je de plant regelmatig water geven, vooral tijdens droge periodes. Geef ook af en toe wat meststof om de groei te bevorderen. Snoei de plant na de bloei om de vorm te behouden en te voorkomen dat hij te groot wordt. Verwijder ook dode of beschadigde takken en houd de plant vrij van onkruid en andere planten die met de kamperfoelie kunnen concurreren om voedingsstoffen.

3. Zijn kamperfoelies giftig voor mensen of huisdieren?

De meeste soorten zijn niet giftig voor mensen of huisdieren bij aanraking. De bessen van sommige soorten kamperfoelie kunnen giftig zijn voor zowel mensen als dieren als ze worden gegeten. Enkele van de kamperfoeliesoorten met giftige bessen zijn onder meer:

• Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum): De bessen van deze soort kunnen maagklachten veroorzaken als ze worden gegeten.

• Japanse kamperfoelie (Lonicera japonica): De bessen van deze soort kunnen leiden tot buikpijn, diarree en braken als ze worden gegeten.

• Troskamperfoelie (Lonicera xylosteum): De bessen van deze soort zijn licht giftig en kunnen leiden tot braken, diarree en misselijkheid als ze worden gegeten.

• Klimkamperfoelie (Lonicera caprifolium): De bessen van deze soort kunnen in grote hoeveelheden toxisch zijn en leiden tot maag- en darmklachten.

Het is belangrijk om de bessen van kamperfoelie niet te eten en te vermijden dat kinderen of huisdieren ze per ongeluk consumeren.

4. Is kamperfoelie winterhard?

Ja, de meeste soorten zijn winterhard en kunnen goed groeien in koude klimaten. Veel soorten zijn afkomstig uit de gematigde zones van het noordelijk halfrond en kunnen temperaturen tot -20°C verdragen. Sommige soorten zijn echter gevoeliger voor vorst en kunnen bescherming nodig hebben in de winter, vooral als ze jong zijn of nog niet volledig zijn ingeburgerd in de omgeving.

5. Hoe kan ik kamperfoelie stekken?

Om kamperfoelie te stekken kun je het beste in het voorjaar of de vroege zomer stekken nemen van de plant. Kies een gezonde tak die minimaal 10 centimeter lang is en knip deze af onder een bladknoop. Verwijder alle bladeren behalve de bovenste paar en steek de stekken vervolgens in vochtige potgrond. Je kunt de stekken ook in een mengsel van zand en potgrond zetten. Zorg dat de stekken voldoende licht krijgen en houd de grond vochtig. Na ongeveer 3 tot 4 weken zullen de stekken wortels hebben gevormd en kun je ze verpotten of in de volle grond planten.